zondag 24 april 2011

Dries, here I come!

Het was vandaag eigenlijk schitterend weer om m'n oude stalen ros (Storm 3) voort uit te testen.

Maar, een mens behoort realistisch te zijn. M'n kot ziet er niet uit door rommel, achtergebleven na het bouwen van ons Tangnyika-decor. En, ik raak er niet vanaf. De stukken Styrodur zijn té groot om met de vuilkar mee te geven. Trouwens, je mag geen Styrodur weggooien met het reguliere huisvuil.

Dus, ik zit met een probleem. Want, ze zelf vervoeren naar het recyclagepark is onmogenlijk voor mij als rolstoelgebruiker. Daarnaast is het gemeentebestuur van Lier zó snugger geweest om het recyclagepark een eind uit de stad te leggen. Heenreis: drie kwartier per rolstoel. Dan nog eens drie kwartier terug. Wanneer gaat men nu eindelijk eens rekening houden met gehandicapten bij de stadsplanning? Of worden wij allemaal verondersteld om stilletjes in hoekje te blijven zitten en niets meer te ondernemen in ons leven?

Daarnaast had ik halvelings met Tim afgesproken om in de late namiddag samen te komen aan het Nete-kanaal. Want, daar zou Mario aan het vissen zijn. Allemaal zaken waarmee ik rekening diende te houden in mijn dagplanning.

En dan zijn er mensen dat gehandicapten niets te doen hebben, overdag... Ja, ze moesten eens weten...

Dus, besloot ik naar het landgoed van Dries Van Noten te rijden. Ik kon dan meteen langs mijn neef, Luc, lopen en hem vragen of hij mij niet wilde helpen met een paar keer naar het recyclagepark te rijden. Dan zou ik me vierklauwens naar het Nete-kanaal begeven. In de hoop om op tijd terug te zijn voor mijn vader die tegen 20.00 u. aan mijn deur zou staan blaffen om mij uit eten te nemen. Ja, wadde...

Ik vertrek thuis.

Onderweg naar de Veste.

Voorbij ons favoriet restaurant dat volledig is aangepast voor rolstoelgebruikers.

In geen tijd rijd ik naast de Veste.

Impressies van de Veste.






Ik loop er Tim met zijn vader Eddy tegen het lijf.

Tim was in zijn nopjes. Met wat goed zijn nieuwste passie kan zijn, het hondje Ayla.

Ik rijd voort.



Halverwege het derde deel van de Veste, is er deze splitsing. Ik neem, als zo vaak, de weg naar rechts en verlaat de Veste.

Naar ons peperkoeken huisje.

De weg die naar het bruggetje leidt.

Recht tegenover het bruggetje is er een splitsing. Straks zal ik uit de weg naar rechts toekomen. Maar, voor het moment volgen de weg rechtdoor: het jaagpad.

Het jaagpad is vrij voor mij.

Iets verderop is er een splitsing. De weg naar rechts leidt ook naar 'De Ringen', het landgoed van Dries.

Maar, ik verkies de Nete te blijven volgen.

Ik passeer enkele koeien.

De oude melkfabriek op de andere oever.

Een wei met een poeltje.

Nog dit bergje op en ik ben op de dijk die 'De Ringen' en omgeving tegen wassend water beschermt.

Vandaar zie je het natuurreservaat 'Anderstad' liggen.

En, de ingang tot 'De Ringen'.

Maar, ik ben nu op het jaagpad en kan mijn neef van hieruit nooit bereiken. Dus, neem ik afscheid van de Nete.

En, rijd voort tot een punt waarop ik het jaagpad kan verlaten.

Dit is een plezierige én gevaarlijk e afdaling voor een rolstoelgebruiker. Plezierig, omdat je tegen full force naar beneden suist. Gevaarlijk omdat, als er iets aan je rolstoel stuk gaat onderweg, je een post pakt, eenmaal beneden. Let op de splitsing beneden.

De rechterzijde van de linkerweg behoort tot 'De Ringen' en loopt zo'n 1.5 km. voort.

De linkerzijde van de rechterweg, ook.

Het huis van Dries Van Noten.

Een fragment van zijn tuin.

De ingang van 'De Ringen'.

Wat ganzen.

Ik rijd verder naar mijn neef, Luc. En kom één van de alternatieve ingangen van 'De Ringen' tegen.

Even later kom ik aan bij Luc. De voorgevel van zijn huis, naar het koude noorden gericht.


De achterzijde van zijn huis, naar het zonnige zuiden gericht.

Maar hij noch zijn gezin is thuis. Dus, ik onverrichter zaken terug naar het stadje Lier. Deze weg... Loopt niet dood, natuurlijk...

Over schabauwelijke wegen gesproken.

Impressies van de weg terug.


Hier kun je terug op het jaagpad raken.

Maar, dat interesseert me voor de moment niet. Dus, rijd ik dit bruggetje onderdoor.

Achter de brug loopt een landweg.

Enkele bomen in bloei.



Op het einde van deze landweg is er een splitsing. Ik rijd naar rechts, bergje op, naar het jaagpad.

En, ik kom uit recht tegenover het bruggetje.

Ik rijd terug naar het derde deel van de Veste.

Het derde deel van de Veste. Van hieruit begint een weggetje (links) dat je direct naar het centrum van het stadje voert.

Natuurlijk neem ik dat weggetje niet maar rijd verder over het derde deel van de Veste.

Het einde van het derde deel van de Veste. In de verte zie je de Bloemmolen liggen. Ik verkies echter het bruggetje over te steken.

De Nete over.

Dit jaagpad heb ik gisteren genomen en leidt naar het natuurreservaat.

Maar, omdat tijd een belangrijke factor is, besluit ik ditmaal een andere weg te volgen.

Dit is, naar het schijnt, een goed café.

Maar, ik heb mijn vragen bij dit café...

Even later wordt het wat druk voor mij.

Dus, op naar het jaagpad.

Waar de Nete op me ligt te wachten.

We passeren het meertje.


Altijd maar verder.

Een ander watertje.

En, dan was het uit. Ik viel zonder jus want ik was vergeten gisterenavond mijn batterij van mijn fototoestel op te laden.

Uiteindelijk slaagde ik erin om nog één foto te trekken van m'n einddoel: een vissende Mario...